Ludo Geloen, componist en beiaardier
Een afspraak bij de fontein
We vertrekken op tijd! De vorige bezoeken hadden ons geleerd dat er onderweg genoeg kan gebeuren en dat we dus maar beter ruim van te voren proberen aanwezig te zijn. Helaas zit alles ons zo ongeveer tegen op weg naar Ieper. Het weer is slecht, het is druk op de weg en de telefoon met het nummer van onze afspraak is op met moment suprême leeg. Om half één zouden wij de heer Ludo Geloen, beiaardier van de steden Ieper en Poperinge, componist en improvisator. Gelukkig kunnen wij via de dienst toerisme Ieper hem verwittigen dat wij een half uurtje later zijn.
Interview op camera
Voordat wij het belfort betreden drinken wij eerst met Ludo Geloen een kop koffie in Hotel Regina er recht tegenover. Dit keer willen wij voor het eerst onze vragen stellen voor het oog van de camera. De heer Geloen heeft hier geen bewaar tegen en via het museum ‘In Flanders Fields’ loodst hij ons naar binnen. Wat onwennig beginnen wij de opname en (achteraf) tot ons geluk filmt Bert het interview ook met zijn smartphone want wat blijkt, de videocamera staat op fotograferen! In plaats van een beeldregistratie hebben wij dus drie mooie foto’s van Eric met Ludo Geloen. Hieronder daarom de uitgeschreven versie van het interview.
Over het beiaard van Ieper
Tegenwoordig is 49 klokken de standaard voor een beiaard, maar in 1936 hadden wij hier in Ieper eerst een beiaard met 36 klokken. Net als het beiaard van Diksmuide nu, dat zijn ook 36 klokken. In 1963 is het beiaard vanuit de campanile (klokkentoren red.) naar beneden gekomen, nagekeken en is het uitgebreid naar 49 klokken. Vier van de originele klokken zijn hierbij vervangen omdat ze niet meer goed gestemd konden worden. Deze staan nu achter het klavier.
Wat is de relatie tussen stadsrechten met privileges en klokken?
In de 13e en 14e eeuw mochten stadsbesturen zelf waarde of betekenis geven aan de klokken. De stad mocht zeggen: ‘we beginnen te werken om acht uur en we stoppen om zeven uur en om dat aan te duiden worden daarbij de volgende klokken geluid’. Ook hing er een klok voor het duiden van gevaar: naderende troepen of brand. Als je die op het verkeerde moment luidde was je je kop kwijt.
Hoe is de opleiding tot beiaardier in Mechelen terecht gekomen?
De opleiding in Mechelen is gestart door Jef Denyn. Jef volgde in 1887 zijn langzaam blind geworden vader Adolphe Denyn op. Hij vond dat de beiaardiers te lande te amateuristisch bezig waren en dat er een school moest komen. In 1921 onder auspiciën van de toenmalige koningin Elisabeth is de school van start gegaan. Eigenlijk los van alle instituten is de school altijd op zichzelf gebleven en tien jaar gelden is de school deeltijd kunstonderwijs (DKO) geworden.
Net als Adolphe Denyn gaf Noël Reynders het vak door aan zijn zonen, volgde Ludo ook zijn vader op?
Nee, ik heb niemand voor mij en er komt ook niemand na mij. Ik heb drie kinderen maar die zijn niet muzikaal. Zelf ben ik gewoon gestart als jongeling in mijn dorp (Dikkebus) hier vijf kilometer vandaan als trompettist. Vervolgens ben ik begonnen op het orgel want de pastoor zocht een organist. Ik dacht toen: ‘ik ga dat doen en heb het mijzelf een beetje geleerd’.
Door het beiaard van Mesen met de opleiding begonnen
Er hing vroeger een beiaard in de abdij van Mesen. Deze is kapotgeschoten in de Eerste Wereldoorlog. Albert Ghekiere uit Mesen heeft in de jaren tachtig van de vorige eeuw het initiatief genomen om het beiaard van Mesen te herstellen en uit te breiden naar 56 klokken. Het is daar dat ik de klokkenklank voor het eerst heb gehoord als instrument. Ik dacht toen: ‘ ik ga maar eens in Ieper kijken wat daar gebeurt en hier was toen een 84 jarige beiaardier die de trap niet meer op kwam en dus kwam er een open plaats. De studie tot beiaardier ben ik begonnen in Roeselare en ik heb hem afgerond in Mechelen. In 1996 ben ik de beiaardier van Ieper geworden. Inmiddels ben ik hier dus al 23 jaar beiaardier.
Zijn alle beiaardiers man en hebben ze een baard?
Ludo lacht. Nee, sommige zijn vrouw en die hebben geen baard! De opvolger van Jef Denyn als hoofd van de school in Mechelen was Staf Nees. Deze had een zwarte brede hoed, een baard en hij rookte pijp. Alle afgestudeerden in die tijd zagen er precies zo uit omdat ze dachten dat een beiaardier zo gekleed hoorde te gaan. Hij was overigens ook tegen vrouwen als beiaardier. Piet van den Broek die hem weer opvolgde liet wel vrouwen aantreden en nu zijn er veel dames die het beiaard bespelen.
Staan wij naast de Mozart van het beiaard?
Ik componeer wel veel maar Mozart is veels te hoog gegrepen! Jong begonnen en het plezantste aan beiaardcomposities is dat wij arrangeren en uitwisselen met andere componisten. Ik koop geen beiaardmuziek, ik geeft iets en krijg iets terug. Er bestaat hier een website voor (Salvator). Dit wordt vanuit de school geregeld en je kunt er muziek op posten en van downloaden. Overigens componeer ik graag voor alle instrumenten maar speciaal ook voor het beiaard. Het bijzondere bij beiaardcomposities is dat de boventoon van de klok anders is dan andere instrumenten. De meeste instrumenten hebben namelijk een grote terts in de boventoon en een klok heeft een kleine terts ofwel een mineur. Je moet dus heel goed weten hoe je componeert voor een beiaard.
Wanneer is eigenlijk het eerste stuk voor een beiaard gecomponeerd?
De eerste partituur die is geschreven is het beiaardboek uit 1746 van Johannes De Gruyters (1740-1771) uit Antwerpen maar dat is nog in de baroktijd. Kort daarna volgde mooie stukken van Matthias van de Gheyn. Hij was afkomstig uit een klokkengieters-familie. Van hem zijn er 15 werken bewaard gebleven. De elf preludia daarvan hebben hem de bijnaam ‘Bach van de beiaard” bezorgd.
Is het componeren voor het beiaard wezenlijk anders dan andere instrumenten?
Bij het componeren dien je rekening te houden met het feit dat het beiaard met vuisten bespeeld wordt en dat als je twee toetsen naast elkaar tegelijk beroerd er een metaalachtige klank ontstaat. Op een orgel speel je normaalgesproken akkoorden maar op een beiaard speel je gebroken akkoorden in de tijd. Alle klokken hebben boventonen, mits ze goed gestemd zijn. Je kunt een klok stemmen door ze om te keren en dan aan de binnenzijde op bepaalde plaatsen materiaal weg te frezen. Een klok wordt dikker gegoten zodat er aan de binnenzijde materiaal kan worden weggenomen ten behoeve van het stemmen.
Wanneer zag de klok voor het eerst het licht?
Wanneer de eerste klok is gegoten zou ik niet weten. Dat was misschien in China of Perzië. Wat ik wel weet is dat, als een klok uit de specie wordt gehaald, de klok wordt gedoopt. Klokken hebben een kop, een schouder en een lip. Klokken hebben gewoon een menselijke inhoud. Een beiaard op zich wordt niet gedoopt, het beiaard is niet van de kerk maar van de stad. Het kan zijn dat de klokken worden gedoopt bij ingebruikname. Dat kan door een priester maar het is ook vaak de klokkengieter zelf die de klokken doopt. Ze krijgen daarbij allemaal een naam. Heel bijzonder.
Klinkt het beiaard het hele jaar hetzelfde?
Zelf hoor ik het liefst het beiaard als het vriest want dan gaan de tonen veel verder en veel klaarder, zuiverder door de lucht maar als het warm is en ik dan beneden het beiaard hoor dan denk ik altijd weer aan de zon. Niet alleen de temperatuur van de lucht speelt een rol. Warmte en kou hebben hun invloed op de draden, deze zetten hierdoor uit of krimpen. Daarom moet de spanning op de draden regelmatig worden bijgesteld. Als de klepel te dicht op de klok komt te zitten gaat ze ‘kleven’, dat hoor je direct.
Omhoog in het Belfort
Bert stelt vervolgens de allerlaatste vraag: ‘Is er nog genoeg tijd om het belfort hoger in te gaan?’ Het kan! Helaas niet helemaal tot in de nok, want de spits is het domein van de duiven en is met een goed hangslot afgesloten. Het uitzicht over de omgeving maakt dit meer dan goed.
Terug beneden bedanken wij de heer Geloen voor alle informatie. Hij laat ons achter in het museum omdat hij alweer een volgende groep dient te ontvangen. Nog maar amper bekomen van het informatieve en amusante gesprek vervallen wij vervolgens in het museum van de ene in de andere verbazing. Maar wellicht daarover meerin een ander bericht.
Eric Cornelissen
Wanneer het was is niet meer bekend maar tijdens een editie van de Gentse Feesten ontstond de interesse in de geschiedenis en de betekenis van Belforts. Met een vette knipoog naar Reinhold Messner die als eerste de veertien hoogste toppen van de wereld beklom moest iemand maar eens de eerste zijn die alle belforten van de Lage Landen gaat beklimmen! Pas later werd duidelijk dat het er geen 14 maar 56 zijn. Die Messner had het maar makkelijk.